De duur van de slaap beïnvloedt eetlustregulerende hormonen.
Sommige
mensen voelen plots een intense behoefte op midden in de nacht op te
staan en te gaan kijken wat er nog in de koelkast ligt aan etenswaren.
Het zou kunnen zijn dat dit een mogelijke verklaring is waarom studies
aantonen dat er een relatie is tussen een korte slaapduur en een hoge
lichaamsgewichtindex, ook wel Body Mass Index (BMI) of Quetelet Index.
Hierbij worden lengte en gewicht aan elkaar gerelateerd. Door het
lichaamsgewicht in kilogrammen te delen door de lengte in meter in het
kwadraat ontstaat een getal: de BMI.
Maar
recente studies die in kunstmatige laboratorium omstandigheden onderzoek
hebben gedaan, tonen aan dat een slaaptekort de oorzaak kan zijn voor de
afname van de hoeveelheid leptine. Dit hormoon controleert de eetlust.
Taheri
en Mignot en collega’s trachten onder normale omstandigheden de hoogte
van de verschillende hormonenconcentraties, die de eetlust en
energiekosten regelen, te onderzoeken. Hij gebruikte hiervoor de studie
van de Wisconsin Sleep Cohort, die langdurig slaapgewoontes en
slaapstoornissen bij de algehele bevolking volgt. Deze studie begon al
in 1989. Men onderzoekt per post via vragenlijsten onder andere de
slaapgewoontes van ambtenaren in de leeftijd van 30 – 60 jaar, evenals
de gezondheid. Dit wordt iedere 5 jaar herhaald. Enkele respondenten
zijn gevraagd om een nacht in een laboratorium te slapen en verscheidene
testen te ondergaan middels polysomnographie. Een groep deelnemers is
gevraagd om ook nog zes dagen lang een slaapdagboek bij te houden.
Uit dit
onderzoek bleek al dat er een verbinding is tussen slaapapneu en hoge
bloeddruk, en tussen menopauze en slaapgestoorde ademhaling.
Mignot
e.a. onderzocht bij 1024 vrijwilligers van die groep een maal per vier
jaar de slaapduur (de gebruikelijke manier en onmiddellijk voorafgaand
aan de bloedproeven), het BMI, en de bloedhormonenconcentratie voor het
ontbijt op.
Net als
bij de voorafgaande studies vonden ze dat bij 74% van de individuen die
minder dan 8 uur sliepen, het lichaamsgewicht BMI omgekeerd evenredig
was aan de slaapduur. Dus een lange slaapduur à
laag BMI en een korte slaapduur à
hoog BMI. Daarbij werd een korte slaaptijd geassocieerd met lage leptine
en een hoog ghreline niveau.
Ghreline
is een vijf jaar geleden ontdekt hormoon, waarvan men aanneemt dat het
de voedselopname bij mensen stimuleert. Het wordt hoofdzakelijk
afgescheiden door de maag en stuurt hongersignalen naar de hersenen. Hoe
meer ghreline des te meer men wil eten. Leptine daarentegen wordt
geproduceerd door het vetweefsel en dit stuurt signalen dat er
onvoldoende stofwisselingsreserve is en geeft de noodzaak om meer
calorieën te eten.
Deze
hormonale verschillen geven de neiging om de eetlust te vergroten.
Daardoor ontstaat er een toegenomen lichaamsgewicht bij kortslapers. Een
Belgisch onderzoek van Karine Spiegel bij 12 jonge mannen van gemiddeld
22 jaar toont aan dat men dan
vooral
een toename in eetlust is voor vette, zoete producten zoals snoepgoed,
koekjes en taart. Aan fruit, groenten of zuivelproducten is minder
behoefte.
Mignot
toont aan dat:
-er
een 14.9% toename is in het ghrelinegehalte (dus stimulering) en
-een
afname van 15.5% in het leptinegehalte van personen die maar vier uur
slapen.
Dit
geldt als we personen die vier uur slapen vergelijken met personen die
acht uur slapen. De resultaten blijven ook hetzelfde als we het geslacht
of BMI of eet- en oefengewoontes erbij halen. Volgens Mignon moet dit
effect heel sterk zijn in de totale onderzoeksgroep.
Een
toename van 3.6 % in het lichaamsgewicht (BMI) staat gelijk aan een
afnemende slaapduur van acht uur naar vijf uur. Het is echter nog niet
bewezen dat de veranderingen in ghreline en leptine voldoende zijn om
een toename in lichaamsgewicht te veroorzaken.
Eerder
onderzoek van de Columbia University's Mailman School of Public Health
and the Obesity Research Center in november 2004, toont al een duidelijk
verband aan tussen het risico om dik te worden en het aantal uren dat
men iedere nacht slaapt. Dit geldt ook na controle op factoren als
depressie, fysieke activiteit, alcohol consumptie, etniciteit,
schoolopleiding, leeftijd en geslacht.
Men heeft hier voor de data van the National Health and
Nutrition Examination Survey I (NHANES I) geanalyseerd
De
onderzoekers komen hierbij tot de volgende resultaten:
·Van
de personen tussen de 32 en 59 jaar die maar vier uur of minder slapen,
is 73% meer geneigd om zwaarlijvig te worden dan degenen die iedere
nacht tussen de zeven en negen uur slapen.
·De
personen die hooguit maar vijf uur slapen hebben een 50% groter risico
op gewichtstoename dan degenen die een volledige nachtrust hebben.
·Personen
die zes uur slaap krijgen, hebben maar 23 % meer kans om een
aanmerkelijk overgewicht te ontwikkelen.
Volgens
James Gangwisch zou men dat logischerwijs niet verwachten omdat mensen
die slapen juist minder calorieën verbranden. Men vermoedt dat het meer
te maken heeft met wat er met het lichaam gebeurt indien je het
belemmert om te slapen, in tegenstelling tot de hoeveelheid lichamelijke
activiteit die je krijgt. Dit wordt bevestigd door het onderzoek van
Mignon.
Op de
vraag waarom dit zou zijn geeft Gangwish als mogelijk antwoord dat we
moeten teruggaan naar onze voorouders. Het voedselregulatie systeem kan
zich zo ontwikkeld hebben dat mensen gemotiveerd zijn om tijdens de
zomermaanden, wanneer de nachten korter zijn er genoeg voedsel is, vet
op te slaan. Het is een overleveringsmechanisme van het lichaam om zich
voor te bereiden op de donkere wintermaanden wanneer er weinig eten is.
Dus minder slapen kan een stimulans zijn om meer voedsel op te nemen en
om vet op te slaan.
Literatuur:
- Guggenbühl, N.,
Obesitas : Slapen of verdikken, 08 December 2004
- Taheri S et al. Short
sleep duration is associated with reduced leptin, elevated ghrelin and
increased body mass index. Public Library of Science Medicine Journal.
Online te vinden op:
http://www.plosmedicine.com/archive. Accessed December 9, 2004.